1923-1940
De Maria heeft van 1923 tot 1965 tussen (voornamelijk) Zijpe en Anna Jacobapolder een dienst onderhouden voor fietsers, bromfietsers en voetgangers. Zoals we zagen was dat geen geregelde dienst, maar voer zij op verzoek van de reiziger, ook bij nacht en ontij.
Onder de voetgangers waren mogelijk ook wel eens passagiers van een van de tramlijnen van de RTM (Rotterdamse Tramweg Maatschappij) over West-Brabant en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Ze stapten over van de tram op een van de veerboten (’tramboten’) om aan de overkant de tramreis voort te zetten. We zagen al dat de RTM al vanaf 1900 met een eigen tramboot, de Zijpe, een dienst tussen Zijpe en Anna Jacobapolder onderhield. Deze kon, in beperkte mate, ook auto’s vervoeren. De behoefte daaraan nam na 1920 sterk toe, maar de Zijpe was daar, als zijlader, niet erg geschikt voor.
De RTM had behalve veerboten ook salonboten varen, waarmee geregelde diensten werden onderhouden tussen Rotterdam en Zeeland. Op veel foto’s zijn deze prominent aanwezig.
De Jannis
In 1927 kochten de gebroeders Maas een tweede schip, de Jannis (genoemd naar hun vader). De Jannis was met haar 15 meter iets groter dan de Maria en had een wat krachtiger motor. Vooral Jacob Maas zou hierop gaan varen, met als bestemmingen, in een geregelde dienst, vooral de havens van Goeree en Overflakkee (Battenoord, Herkingen en De Hoek van Sint Jacob). Op onderstaande foto’s heeft de Jannis alleen een stuurhut, maar spoedig zou er ook een passagiershut verrijzen, waardoor het karakteristieke profiel met twee hutten ontstond.